Ik betaal voor mijn werknemers hulpmiddelen waarmee zij tijdens de coronacrisis thuis kunnen werken. Of ik geef hun een vergoeding voor hulpmiddelen die zij zelf kopen. Moet ik dit meetellen bij het belastbaar loon van mijn werknemers?

Gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur die u aan uw werknemers geeft, of vergoedingen daarvoor, hoeft u níet mee te tellen bij het belastbaar loon als deze hulpmiddelen voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium. Of als zij voor ten minste 90% zakelijk worden gebruikt.

Hulpmiddelen die voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium

Dit zijn hulpmiddelen waarvoor het volgende geldt:

  • Naar uw redelijke oordeel kan een werknemer zijn werk niet goed doen zonder dit hulpmiddel.
  • U betaalt dit hulpmiddel, of een vergoeding voor dit hulpmiddel, en u berekent de kosten niet door aan uw werknemer.
  • Uw werknemer moet dit hulpmiddel, of (een deel van) de vergoeding, aan u teruggeven wanneer hij het hulpmiddel niet meer nodig heeft voor zijn werk. Of hij moet dan de restwaarde van dit hulpmiddel aan u betalen.

Hulpmiddelen die voor ten minste 90% zakelijk worden gebruikt

Voldoen hulpmiddelen niet aan het noodzakelijkheidscriterium? Dan hoeft u ze misschien toch niet mee te tellen bij het belastbaar loon. Dat is zo als uw werknemer deze hulpmiddelen ook buiten zijn werkplek kan gebruiken, maar ze voor ten minste 90% zakelijk gebruikt.

Let op!
Een bureaustoel valt niet onder het noodzakelijkheidscriterium. Een bureaustoel is namelijk geen gereedschap. Gereedschap wordt gebruikt om iets te maken, te meten of te controleren.

Een bureaustoel valt ook niet onder de hulpmiddelen die voor ten minste 90% zakelijk worden gebruikt. Want uw werknemer gebruikt die bureaustoel niet (ook) op een werkplek. De werkruimte thuis geldt níet als een werkplek.

Een bureaustoel kan wel vallen onder voorzieningen die ervoor zorgen dat de werkruimte thuis voldoet aan de eisen van de Arbowet.